Een antisemitisch spook waart door Europa. De escalatie van acties die gericht zijn tegen de Joden is ongekend. Sinds de Tweede Wereldoorlog zijn er niet meer zulke agressieve vormen voorgekomen dan juist de laatste tijd. Als één van de schokkende voorvallen werd kortgeleden melding gemaakt van de ontwijding van het Joodse gedeelte van de historische begraafplaats Verano in Rome.
Onverlaten deinsden er niet voor terug graven te schenden en zelfs kisten open te breken. Wat bezielt zulke macabere figuren? Tulia Zevi, de vroegere president van de Unie van Joodse gemeenschappen in Italië, typeerde dergelijke voorvallen in de New York Times als een complex verschijnsel. “Is dit het oude antisemitisme dat eeuwenlang gekoesterd is en dat zijn tragisch hoogtepunt bereikte in de concentratiekampen? Of is het iets dat verband houdt met de huidige situatie in het Midden-Oosten?” Vrij algemeen wordt geconstateerd dat het antisemitisme in Europa is toegenomen sinds het begin van de tweede Palestijnse intifada in september 2000. Yasha Reibman van de Joodse gemeenschap in Milaan gaf echter te kennen, dat er “in Italië en Europa een nieuw politiek antisemitisme groeit waarbij alles wat er nu in Israël gebeurt als alibi gebruikt wordt”. Zo’n opmerking moet niet te snel vergeten worden. De altijd latent aanwezige Jodenhaat steekt op dit moment wel heel venijnig de satanische kop op.
Uitingen van antisemitisme
Overal wordt melding gemaakt van het irritante feit, dat Joden het slachtoffer worden van scheldpartijen en bedreigingen per brief of e-mail. Als ze duidelijk herkenbaar op straat lopen worden ze in toenemende mate lastig gevallen. Soms zijn het uiterst rechtse neo-nazi’s die uitdagend begroeten met: heil Hitler! Of uitdagend schreeuwen: de dood aan alle Joden! Meestal zijn het jeugdige immigranten van Turkse of Marokkaanse afkomst, die sissend roepen: Hamas, Hamas, alle Joden aan het gas! In Berlijn adviseerde de politie op grond van veiligheidsoverwegingen geen uiterlijke symbolen van hun religie te dragen. Dus maar niet met een keppel op straat lopen, niet een kettinkje met een Davidster duidelijk zichtbaar om de hals dragen en niet met een Jerusalem Post onder de arm naar huis wandelen. Door Yad Vashem in Jeruzalem werd dit advies terecht als zeer grievend ervaren. Een dergelijke aanbeveling vormt het bewijs dat het antisemitisme niet streng genoeg wordt aangepakt. De dringende vraag wordt opgeroepen: waarom wordt er zo weinig tegen gedaan? Het is toch schandalig dat jongeren uit Arabische landen onbelemmerd uiting kunnen geven aan hun diep gekoesterde haat jegens de Joden. Het moet ongetwijfeld worden toegeschreven aan de moeilijk te verwerken schending van de menselijkheid in alles wat de Joden in de Tweede Wereldoorlog werd aangedaan, dat de immigranten gedurende de laatste decennia in West-Europa op zo’n softe manier in de linkse watten zijn gelegd. En nu moeten we het meemaken dat zij van de te grote vrijheid in onze samenleving misbruik maken door op een ongekend brutale manier onze Joodse medeburgers te beledigen en te bedreigen. Ogenblikkelijk wordt gesproken over discriminatie als islamitische vrouwen niet overal een hoofddoekje kunnen dragen. Ondertussen wordt Joodse mannen de dringende raad gegeven om niet met een keppel te lopen. Op die manier zetten ze wel onze joods-christelijke cultuur op z’n kop!
Overigens moeten we ook nog vaststellen dat het niet in alle opzichten soelaas biedt wanneer geen uiterlijke symbolen worden gedragen. Op allerlei manieren wordt uiting gegeven aan anti-joodse sentimenten. We vernemen hoe synagogen met smerige leuzen worden beklad of de ruiten ingegooid en vernielingen aangericht. Zelfs is er diverse malen melding gemaakt van brandstichting toen er molotovcocktails naar binnen waren gegooid. Er is zelfs gesuggereerd dat zo de herinnering aan de Kristallnacht wordt opgeroepen. Zo begon immers destijds de grootscheepse Jodenvervolging in nazi-Duitsland. Maar allen die graag te boek staan als behorend tot het weldenkende deel van onze natie hebben direct geroepen, dat het zwaar overdreven is om dit te veronderstellen. Wij leven in een tolerante samenleving, waar de democratische rechten worden hooggehouden. Van zulke gruwelijke praktijken als in de Tweede Wereldoorlog zal echt nooit meer sprake zijn. Zo wordt ons van alle kant verzekerd op dit moment. Met zulke geruststellende woorden moeten we ons echter niet te snel onder de wol laten stoppen. Uit ervaring kunnen we weten hoe slecht het destijds uitpakte toen dr. H. Colijn het volk adviseerde om maar rustig te gaan slapen.
Ergernis aan de Joden
Sinds de bevrijding van de demonie van het nationaal-socialisme is er niet zo’n explosie van uitingen van antisemitisme geweest. “Maar nu is de tijd van boetedoening voorbij”, schreef Charles Krauthammer in de Washington Post. “Deze keer is het echter subtieler. Het gaat niet om een allesomvattende haat tegen de Joden. Ze kunnen getolereerd, zelfs geaccepteerd worden, maar ze moeten hun plaats weten. Joden mogen er zijn, zolang ze maar machteloos, passief en kleurloos zijn. Wat niet van hen wordt getolereerd, is assertiviteit, de Joodse weigering de slachtofferrol te accepteren”. Vooral komt dit tot uitdrukking als Israël ongenuanceerd onder kritiek gesteld wordt vanwege het feit dat de Joden zich krachtig verzetten tegen de aanvallen van zelfmoordcommando’s. Dit geeft repercussies in de antisemitische gewelddadigheden van de moslims die met grote argeloosheid de toegang tot de Westeuropese landen werd verleend. Volgens het Joods Wereldcongres (WJC) is het klimaat daarvoor geschapen door de sociale en intellectuele elites in Europa. Onder het mom van verontwaardiging over de acties van het Israëlische leger worden anti-Joodse gevoelens gevoed. Sharon zou zogezegd de antisemieten aanhang verschaffen.
Terecht wordt erop gewezen dat er door het superieure gedrag van Amerika, Israël en Europa weerstand wordt wakker geroepen in de islamitische wereld. Ongetwijfeld is het waar dat wij in de Westerse samenleving anderen uitbuiten om het zelf goed te hebben. In een nog altijd door het christendom gestempelde samenleving kunnen wij dan weten hoe daarmee het vlammend protest van Israëls profeten over ons wordt afgeroepen. Dit doet er evenwel niets aan af dat het in het krachtig verweer tegen terroristen gaat om de verdediging van de waarde dat het menselijk leven kostbaar is. Hoe strijdig met die bijbelse waarde is het als mensen zichzelf opblazen temidden van een menigte onschuldige burgers in een drukke winkelstraat, een propvol restaurant of een afgeladen bus. Hoe wordt alles op zijn kop gezet, wanneer men Israël sommeert te stoppen met militaire acties. Nadat Amerika door één terreuraanslag was getroffen, werd de hele wereld gemobiliseerd om de as van het kwaad aan te kunnen pakken. Om te beginnen volgden de bombardementen op Afghanistan. Deze waren minder precies dan werd gezegd. Door de regering van Sharon werd niet gekozen voor een rigoureuze vergeldingsactie. Het Israëlische leger trok te voet het uitermate gevaarlijke vluchtelingenkamp Jenin binnen. Met een bombardement had men het kamp vol met terroristen kunnen treffen, maar het was de opzet zoveel mogelijk onschuldige burgers te sparen. Uiteindelijk staat in Tenach de door velen verkeerd begrepen regel: oog om oog, tand om tand. Daarbij gaat het juist niet om een gruwelijke wraakoefening, maar maant de Eeuwige zijn volk tot een proportionele vergelding. Terwijl gepoogd werd alleen de terroristen uit te schakelen stuurden deze heel verraderlijk een tienjarig jongetje met een explosievengordel om op hen af. Vlakbij de soldaten gekomen blies het kind zichzelf op. Even geniepig had men huizen volgestouwd met bommen, die afgingen toen het leger eraan kwam. Op die manier zijn ook veel onschuldige burgers gedood. Hoe daarop gereageerd werd door de wereld is bekend. Intussen is vast komen te staan dat de acties door de media in een heel verkeerd daglicht gesteld zijn. Al was de leugenachtige pro-Palestijnse propaganda nog zo snel, de waarheid achterhaalde haar gelukkig wel. Opeens blijkt dan de krant toch bij voorkeur de leugens in het land te brengen en valt de rectificatie wel erg pover uit. Is het niet billijk als de toorn daarover ontstoken is?
Eliminatie van de staat Israël als doel
Door de geseculariseerde, maar helaas soms ook christelijke media wordt met regelmaat de indruk gewekt dat de aanslagen op de onschuldige burgerbevolking voortkomen uit frustratie en wanhoop. Dit klinkt erg plausibel. Toch is het een verkeerde voorstelling van zaken. De ware reden voor de acties van de zelfmoordcommando’s moeten we zoeken in het verzet van de Palestijnen en ook alle andere Arabische volken. Men duldt de staat Israël niet in de dar al-islam (letterlijk: het huis van de islam; daarmee wordt aangeduid het deel van de wereld dat door de islam wordt overheerst). Het felle verzet kwam direct openbaar toen in 1948 de Medinat Jisraël werd uitgeroepen. Alle staten rondom Israël vielen direct het land binnen en poogden de gehate Joden de zee in te drijven. Nog steeds is het oogmerk van de Arabische volken de absolute vernietiging van de Staat Israël. Daarom is het ook quatsch te veronderstellen dat er pais en vree zal zijn in het Midden-Oosten wanneer er een Palestijnse staat wordt opgericht. Men zal zo’n entiteit gebruiken als een pied-à-terre (letterlijk: een voet op de grond) om alsnog de Joden uit het beloofde land te jagen. Recent had Joris Luyendijk als correspondent van NRC Handelsblad een gesprek met Mahmoud Zahhar, een arts in Gaza-stad die tegelijk ook één van de leiders is van de politieke tak van Hamas. Heel uitdagend vroeg dr. Zahhar: “Wat zou u doen als u Hamas was?” Waarop de journalist een poging waagde: “Als ik Israël wilde vernietigen? Dan zou ik proberen een sterke staat te stichten in de bezette gebieden en van daaruit nieuwe aanvallen uitoefenen”. Hardop lachend reageerde de leider van Hamas: “Dat is precies ons plan! Maar anders dan u denkt. Er komt een onafhankelijke Palestijnse staat in de bezette gebieden, maar tijdelijk” Uiteindelijk zal er volgens hem één pan-Arabische pan-islamitische staat komen. Waarop de vraag volgde: “Op welke termijn ziet u dit gebeuren?” Het antwoord was helder: “U maakt het nog mee, een decennium, misschien twee. U moet weten, dit gebied is al zo vaak eerder bezet geweest. Door de Perzen, door de Romeinen, door de Turken, door de Engelsen. Maar uiteindelijk vertrekken al die vreemde mogendheden weer. En dus zal ook de Israëlische bezetting, dat wil zeggen de staat Israël, weer verdwijnen”. Zo’n uitlating werpt wel een onthullend licht over de goedbedoelde pogingen van politici en ook kerkelijke vertegenwoordigers een oplossing aan te dragen voor het eindeloos voortslepende conflict tussen Israël en de Palestijnen. Er leeft een oprechte wens dat er shalom zal zijn, maar het is zo argeloos geredeneerd. Nog altijd is het Palestijnse standpunt van extreme of iets meer gematigde bewegingen: de totale eliminatie van Israël. In het handvest van Hamas (1988): “Palestina is een islamitisch erfland van alle moslims tot aan het eind van de tijd”. Is het verwonderlijk dat er nog steeds geen akkoord bereikt kon worden?
Wereldwijde dreiging van de islam
Terecht wordt het toenemend antisemitisme ook in verband gebracht met de aanslagen op 11 september, waarbij het World Trade Centre en het Pentagon werden getroffen. Sindsdien is er in alle Europese landen een verhevigde vijandigheid, waardoor diepe sporen worden getrokken. De meerderheid van de Arabieren gaat uit van de veronderstelling dat de Joden als de verantwoordelijken van de aanslagen moeten worden aangewezen. In die verschrikkelijke gebeurtenissen zouden zij een vrijbrief zoeken voor hun gewelddadige acties tegen weerloze Joodse burgers! Intussen mag bekend zijn wat door Al-Qaeda en de Taliban als uiteindelijk doel gesteld is: de bevrijding van Palestina en de andere Arabische landen, die zuchten onder een regime van ongelovigen! Bij de Israëlische inlichtingendienst is op dit moment de meeste onrust over wat Al-Qaeda en andere islamitische organisaties ondernemen tegen Joodse doelen in het buitenland. “De angstwekkende dreiging voor de Joden in de wereld gaat uit van de wereldwijde jihad”, verklaarde kortgeleden het hoofd van de afdeling in de Mossad die zich bezighoudt met het onderzoek naar uitingen van antisemitisme.
Het mag ons grote zorg baren wat er leeft binnen de islamitische gemeenschap. Tijdens een pro-Palestijnse demonstratie blijkt opeens wat het effect ervan is dat de meeste Marokkanen dagelijks zitten te kijken naar de Arabische zender Al-Jazeera. Mochten ze dit nog wat gelaten ondergaan, dan worden vele allochtonen wel opgezweept tot haat jegens Joden en christenen tijdens de vrijdagmiddagbijeenkomsten in de moskeeën. Miljoenen mensen worden beïnvloed door de choquerende zinsneden in de gebeden: “O Allah, vernietig de agressieve Joden en de verachtelijke christenen. O Allah, giet uw boosheid over hen uit. O Allah vernietig hen”. Of ook: “Dood hen één voor één, dood hen en laat er niet één van hen overblijven. O Allah, vernietig de Joden en hun helpers, want zij zijn in Uw macht. O Allah, schud de grond onder hun voeten. Zaai angst in hun harten en laat het bloed in hun aderen stollen”. Het is niet juist om dit als een exces bij fundamentalistische gelovigen af te doen. Alsof de meeste andere moslims vredelievend zouden zijn. Ook al zijn er zeker weldenkende aanhangers van de islam, toch is de vraag in hoeverre die godsdienst gevaarlijke kanten heeft. Er staan in de koran veel beledigende en zelfs hatelijke teksten. Joden staan bij de islam te boek als een verderfelijk, inferieur volk, dat met vuur en zwaard verdelgd moet worden. Het is gevaarlijk om de impact van dergelijke zinsneden te bagatelliseren. De omstreden passage uit artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis zou wel eens ongekende actualiteit kunnen krijgen, als de taak van de overheid wordt omschreven: “om te weren en uit te roeien alle afgoderij en valse godsdienst om het rijk van de antichrist te gronde te richten”. Als de godsdienst helpt respect te hebben voor God en de medemens is het goed wanneer alle vrijheid gegund wordt voor de beleving ervan. Wanneer het geloof in zijn tegendeel is omgekeerd en criminele trekken vertoont, dan is het de opdracht voor de overheid daar tegen op te treden. Het rijk van de antichrist of de antisemiet dient te gronde gericht te worden. Bij laks optreden worden we opnieuw mede schuldig aan een gruwelijke misdaad tegen de Joden.
Een tweede holocaust
Er is alle reden om aandacht te schenken aan een belangwekkend artikel van de hand van de Amerikaanse publicist Ron Rosenbaum, dat in The New York Observer werd opgenomen. Hij is de overtuiging toegedaan dat er een tweede holocaust zal komen. Het aangrijpende van zijn relaas is dat hij aangeeft dat de Europeanen weer bereid zijn tot medeplichtigheid aan moord op Joden. Hoe zou dat dan kunnen gebeuren? “De huidige verschrikkelijke toestand in het Midden-Oosten gaat van een vertraagde wederzijdse slachtpartij over in een uitslaande brand – nucleair, chemisch of biologisch. Je kunt denken aan scenario’s die zich tot de regio beperken en scenario’s die heel de wereld raken”. Zo’n verschrikking omschrijft hij als een tweede holocaust. Het was Philip Roth die deze terminologie voor het eerst gebruikte in zijn boek Operatie Shylock uit 1993. Toen leek het een droefgeestig relaas, maar nog geen tien jaar later lijken de meest sombere fantasieën van Roth nog optimistisch. “De vernietiging van Israël met kernwapens is op dit moment een veel minder vergezochte mogelijkheid dan de holocaust zelf vijftig jaar geleden”. Hoe is het mogelijk dat de Europeanen – weliswaar niet geheel bewust – bereid zijn tot medeplichtigheid aan moord op Joden? Merkwaardig genoeg zou de herinnering aan de holocaust de verklaring vormen voor de eenzijdige anti-Israël-houding van de Europese pers en de Europese politici. Ergens op een diep niveau zijn de Europeanen zich ervan bewust dat “vrijwel zonder uitzondering elk Europees volk ernstig medeplichtig was aan Hitlers genocide”. Daarom is er heel diep ook “de behoefte iemand anders de schuld te geven van de schande van ‘de Europese beschaving’. Om het slachtoffer de schuld te geven. Om de Joden de schuld te geven. En hoe meer de Europese landen zich eenzijdig kunnen richten op de Israëlische reacties op terreur en niet op die terreur zelf, hoe meer ze de Joden kunnen afschilderen als de echte schurken, als nazi’s, des te meer balsem voor hun collectieve geweten wegens medeplichtigheid aan de collectieve massamoord in het verleden. Hitler mag te ver gegaan zijn, en misschien hadden ze hem niet zo laf en slaafs moeten bijstaan, maar moet je zien wat de Joden zelf doen”. Daarom treedt de Israëlische regering volgens Rosenbaum zo beheerst op. “Als Israël echt meedogenloos zou optreden om een eind te maken aan de zelfmoordaanslagen, dan zou het zeggen tegen de aanstaande daders – die hun dood tegemoet gaan in de verwachting dat hun familie hun massamoord zal vieren en dankzij de Saoedi’s en Saddam rijkelijk zal worden beloond – dat hun familie in plaats daarvan precies hetzelfde lot zal ondergaan als de mensen die bij de aanslagen worden opgeblazen. Dat zou misschien een rem zetten op de werving van de daders en op de feestvreugde om de dode Joodse kinderen. Maar dat doen de Israëliërs niet en dáárdoor komt er waarschijnlijk een tweede holocaust”. In hun onverzoenlijke haat willen de Arabische fundamentalisten “niet alleen de nederzettingen verdelgen, het gaat om de Joodse staat, het Joodse volk. Vroeg of laat ontploft er in Tel Aviv een kernwapen, direct gevolgd door nucleaire vergelding – Bagdad, Damascus, Teheran, misschien wel alle drie. Iemand heeft eens gezegd dat Jezus wel de christenen opriep om ‘de andere wang toe te keren’, maar dat de Joden de enigen zijn die dat echt in praktijk hebben gebracht. Maar die tijd is voorbij. (……) “Zo is het tijd geworden’, besluit Rosenbaum zijn artikel, “om stil te staan bij de tweede holocaust. Die zal vroeg of laat komen; de vraag is niet óf, maar wanneer. Ik hoop hem niet meer mee te maken. Hij zal ondraaglijk zijn voor wie hem wel meemaakt. Oftewel voor iedereen behalve de Europeanen – wier geweten zoals altijd rein en onbezwaard zal zijn”.
Hypocriet Europa tot inkeer?
Met dezelfde teneur heeft ook Leon de Winter zijn drie pagina’s lange pamflet, J’accuse, in het dagblad Trouw afgesloten. Hij heeft in zijn geruchtmakende artikel de herinnering wakker geroepen aan Emile Zola. In 1898 schreef die een uniek document om zijn regering te beschuldigen van antisemitisme na de veroordeling van de Joodse kapitein Alfred Dreyfuss. Aan het slot van zijn aangrijpende relaas beschuldigt Leon de Winter de Europese media en politici: “Iets is erg aan het rotten in de staat Europa; de stank van zijn hypocrisie is misselijkmakend”. Gelukkig behoeven onheilsprofetieën niet altijd in vervulling te gaan. Destijds werd Dreyfuss toch vrijgesproken. Uit de smerige beschuldigingen aan het adres van de Joodse kapitein kwam het antisemitisme aan het licht. Theodor Herzl is daarvan diep onder de indruk gekomen. Naar zijn eigen zeggen is hij door de Dreyfuss-affaire ertoe gestimuleerd om gestalte te geven aan de zionistische denkbeelden. Maar zou het mogelijk zijn dat het hypocriete Europa uiteindelijk nog tot inkeer komt?